Inkopers hebben een unieke positie: zij zijn namelijk de enigen die geen direct belang hebben bij de uitkomsten van inkoopprocessen. Zij hebben immers niets nodig, hebben ook geen geld om daarvoor te betalen en als het geleverde niet blijkt te werken, hebben eerst anderen daar last van.
Die ‘anderen’ hebben allemaal verschillende belangen bij die uitkomst.
Zo wil de een dat het zo snel mogelijk geleverd wordt, terwijl de ander hoopt dat het een zo klein mogelijke aanslag op het budget pleegt. Weer een ander verwacht een goed leesbare barcode op de doos, waar een ander toch liever twee prettig tillende handvatten wil zien. De een wil zo min mogelijk risico, dus zoveel mogelijk garantie en de ander wil dat het bij een bepaalde leverancier vandaan komt, want die helpt ook op andere gebieden.
En dan heb je ook nog iemand die liever geen factuur te verwerken krijgt, want het zijn er al zoveel.
Dat kunnen dus ook tegengestelde belangen zijn.
Want hoe groot acht je de kans dat iets snel geleverd gaat worden als de leverancier geen factuur mag sturen? Precies.
De mate waarin belanghebbenden hun belangen ingevuld zien, bepaalt het succes van inkoopprojecten.
Gezien hun unieke positie, zijn inkopers optimaal in staat om al die belangen in kaart te brengen en te bezien in welke mate die ingevuld kunnen worden. Vaak zullen prioriteiten moeten worden gesteld en keuzes gemaakt.
De inkoopprofessionals zoeken alternatieven en maken consequenties van keuzes inzichtelijk, zodat de eindverantwoordelijken gefundeerd kunnen kiezen. Uiteindelijk zal het voor de inkopers niet uitmaken of het linksom of rechtsom gaat. Zij hebben daar immers geen direct belang bij.
Of toch wel?
Helaas is dat in de praktijk wel vaak het geval. Dan zitten inkopers met een eigen agenda aan tafel. Want zij hebben besparingsdoelstellingen of moeten het aantal leveranciers terugdringen. Om maar wat te noemen.
Dan zullen ze niet gaan voor de oplossingen die zoveel mogelijk belanghebbenden tevreden stellen, maar vooral aansturen op oplossingen die ze zal helpen om hun eigen doelstellingen te bereiken.
De kans is groot dat er onderweg een aantal belangen uit het oog worden verloren. Die komen echter vanzelf weer omhoog in de contractmanagement periode.
Zou het misschien daarom zijn dat contractmanagment als prestatiebewaker zo’n snel groeiend vakgebied is?