Veel inkopers hebben besparingsdoelstellingen.
Is dat slim van de directie of zit er een diepgewortelde denkfout achter?
Want inkopers hebben geen geld en ook niets nodig. Budgethouders, diƩ hebben het geld. Zij moeten verantwoording afleggen over behaalde resultaten. Zowel operationeel als financieel. Hun medewerkers hebben leveranciersprestaties nodig om die resultaten te bereiken. Zij maken de keuzes die de kosten en dus de prijzen van de leveranciers bepalen.
Hoe inkopers geld kunnen besparen als zij niet over het budget beschikken, is dan een cruciale vraag.
Als besparingen van strategisch belang zijn, is het logischer om die besparingsdoelstelling bij de budgethouders te leggen. Dat brengt verantwoordelijkheid en bevoegdheid in balans,
Inkopers kunnen dan met hun expertise besparingsmogelijkheden identificeren en de stakeholders helpen om deze niet alleen op papier maar ook in de praktijk te realiseren.
Inkopers belasten met besparingsdoelstellingen zal juist leiden tot een verkeerde focus. Immers, men gaat doen waar men op wordt afgerekend. Voor de inkopers staan de besparing dan voorop, zonder echt rekening te houden met de belangen van de stakeholders.
Het bijkomende gevolg is dat van de door de inkopers op papier gepresenteerde besparingen waarschijnlijk niets overblijft, omdat de budgethouders er alles aan zullen doen om hun eigen financiƫle en operationele doelstellingen te behalen.
Het aanspreken van inkopers op de mate waarin de budgethouders en andere stakeholders tevreden zijn over bijdrage die inkopers leveren aan het bereiken van hun doelstellingen is dan veel handiger.